Aan het Gerecht in Eerste Aanleg van Auba werd gevraagd in te stemmen met de vernietiging van verwerping van een nalatenschap. Het betrof een bijzonder geval, waarin een oom de erfgenamen bang had gemaakt. Hij beweerde ten onrechte dat er allen meer schulden waren nagelaten. Blijkbaar was de dwaling bij de erfgenamen zo uitzonderlijk, dat het gerecht hun verwerping vernietigde.
